Afstand - waarom we voortdurend aanstaan
herfstrust

Op een herfstige vrijdagavond kwamen we uit allerlei hoeken van het land online bij elkaar om de vraag Wat betekent afstand voor je gevoel van veiligheid te onderzoeken in een Dialoog.
Dialoog is een methodische manier om een voorliggende vraag te onderzoeken door aandachtig te luisteren, ervaringen te delen en gezamenlijk te reflecteren op wat we ontdekken. (bron: www.leerwegdialoog.nl)
Afstand heeft effect op je gevoel van veiligheid. Wij ontdekten dat we sinds maart door de opgelegde afstand voortdurend ‘aan staan’. Waarom staan we nu voortdurend aan?

Wat brengt afstand teweeg?

Op jezelf teruggeworpen

Iedereen kan wel een eigen ervaring delen over wat afstand teweeg brengt.
Doordat we afstand moeten houden, wordt je kringetje kleiner. Dat geeft aanvankelijk wel een gevoel van veiligheid. Verblijven in je kleine kringetje maakt de afstand tot de buitenwereld groter. Dat voelt dan weer onveilig. Door de onveilige buitenwereld verdwijnt bijvoorbeeld de cohesie van de buurt waar je woont. Allerlei gezellige activiteiten die de bewoners doorgaans samen ondernemen, zijn ineens risicovolle ontmoetingen die vermeden worden.
Dat geeft de ervaring dat je op jezelf bent teruggeworpen en dat voelt onveilig.

Spontaniteit verloren

Eén van ons zorgt voor een zieke moeder. Wanneer je voor een zieke ouder moet zorgen, voel je je zo kwetsbaar. Waar je anders onbevangen kon zijn, moet je nu ineens heel verantwoordelijk handelen. Wat moet je doen om je moeder niet te besmetten? Vooral: wat moet je laten?
Zo verliezen we onze spontaniteit. Je kan niet zomaar de deur uitgaan en ergens op bezoek gaan. Nu moet je je overal voor inschrijven. Gebrek aan spontaniteit geeft een onveilig gevoel. We zijn alleen met onze eigen levens bezig en de buitenwereld voelt steeds onveiliger. Nadat alle klusjes binnenshuis zijn gedaan beginnen we stilaan de onrust van de afstand te voelen.

Paradox van oorlogstaal

De oorlogstaal van onze minister-president geeft een onveilig gevoel. Je wil je kinderen knuffelen, maar dat voelt in oorlogstijd als gevaarlijk. Dus houd je afstand. Dat gevoel van oorlog ervaar je ook op social media. Daar wil je het liefst afstand van houden om veilig te blijven.
De paradox is dat afstand veiligheid moet creëren, maar het voelt ongelooflijk onveilig en vermoeiend . Waarom we nu voortdurend aan staan, komt doordat we ons onveilig voelen doordat afstand geen natuurlijk gegeven meer is. Zelfs in huis.

Wat is dat ‘aan staan’?

Eén van de deelnemers vertelt haar ervaring met twee grote kinderen thuis. Ze voelt zich onveilig over wat de kinderen mee naar huis nemen. Op hun leeftijd laten ze zich niet zo gemakkelijk iets opleggen. Wanneer de kinderen thuiskomen, is zij voortdurend onzeker of de kinderen iets meebrengen. Zij is niet alleen buiten heel alert, zij is dat ook in huis. Omdat ze zich zelfs in huis onveilig voelt, voelt ze zich voortdurend aan staan. Het continu aan staan beïnvloedt overduidelijk haar welbevinden.

Wat doet ‘aan staan’ met welbevinden?

“Ik voel dat mijn hoofd en lichaam gespannen voelen”. Daarvan is zij zich bewust en ze gaat actief op zoek naar ontspanning door yoga en wandelen. Voor haar persoonlijk betekent het, zegt ze met een diepe zucht, dat ze suboptimaal leeft, alsof ze stationair draait. Suboptimaal leven betekent voor haar dat je naar binnen gekeerd raakt. Je zoekt steeds minder mensen op, alles gaat op een lager pitje. Je móet je er mee verhouden. Alsof je geen keuze hebt. Er is in haar ogen ook geen perspectief, met name op hoe lang deze situatie nog duurt.

Welke vraag dient zich hier aan?

Als deze afstandsmaatregel nog langer gaat duren, hoe onveilig stel je je dan op? Je kunt je niet continue opsluiten. Wat is het dan dat aan staan voedt? Als we dat weten, kunnen we misschien aan een knop draaien. Is het de pandemie an sich? Is het omdat we geen einddatum hebben? Of omdat we niet weten hoe we met afstand moeten omgaan op de lange termijn? En welke rol speelt het machteloze gevoel door de situatie? Je kunt je zelfs afvragen of aan staan een status is die we wellicht al hadden vóór corona.
Wat voedt dit ‘aan staan’? Waarom staan we voortdurend aan? Laten we daar naar kijken.

Wat voedt het ‘aan staan’?

Je maakt wel afspraken met de kinderen en toch beland je in situaties waar je niet wilt zijn. Je eigen regie is weg. Dat geeft een gevoel van machteloosheid, dat je niets kan doen in de situatie. Deze onzekerheid voedt aan staan.
Je wil een goede huismoeder zijn en dat geeft frictie omdat de kinderen anders denken over de invulling daarvan. Dan speelt er een dilemma dat je de kinderen alles gunt, maar je moet aan je eigen veiligheid denken.
Je voelt je verantwoordelijk voor anderen en tegelijkertijd heb je bedenkingen over de cijfers en de onduidelijke communicatie van de overheid. Hoe ga je dan met je kinderen om? Onzekerheid over de cijfers voedt aan staan.
Het gevoel dat de dreiging nu zo dichtbij komt zet ook ‘aan’.
De grootste voedingsbron van aan staan is onzekerheid.

Wat is de essentie van ons onderzoek?

Waarom we voortdurend aan staan wordt veroorzaakt door ons gevoel van onzekerheid. Onzekerheid ontstaat door afstand die we nu van elkaar moeten houden. Wat betekenen deze onzekerheid en onveiligheid voor onze manier van leven? Voor onze levenskunst?

Wat moeten we ons hier ter harte nemen?

‘Aan staan’ kan je niet steeds wegdrukken, we moeten accepteren dat we niet alles onder controle hebben. Vooral als deze situatie langer gaat duren. Hoe meer we de situatie kunnen accepteren zoals die is, hoe meer we kunnen rusten.
Dan kunnen we ons realiseren en toelaten hoe deze periode eenvoudigweg enorm vermoeiend is en rust vraagt.

Wat moeten we opgeven?

We moeten loslaten en leren vertrouwen dat het leven niet anders is dan het nu is. Leg je erbij neer hoe het nu gaat. Dan kunnen we rust vinden. Laten we de moed opbrengen om met elkaar te bespreken dat je je beter kunt neerleggen bij de situatie. Daarna zal in de rust duidelijk worden wat er moet worden gedaan.

Wat moeten we onder ogen zien?

Het lijkt dat we als mensheid veel minder invloed hebben op elkaar dan we denken. Het begint met de verantwoordelijkheid voor wat je zelf doet, voor je eigen gedrag.

Wat is er nodig voor het grotere geheel?

We hebben veel meer verbinding met elkaar nodig. Verbinding die afstand overbrugt. Het kan ontstaan als je verantwoordelijkheid bij jezelf houdt. Verbinding begint bij jezelf, daarna kan je verbinden met de anderen.
Onze belangrijkste conclusie is, dat je vertrouwen oefent dat iederéén wil dat deze situatie stopt. Je kiest daarvoor wat je zelf kan doen en het beste acht. De ander laat je dat ook zelf kiezen. In die acceptatie van jezelf en de ander ontstaat een diepe verbinding, hoe de ander ook met de situatie omgaat. Dan komt er rust. We hoeven niet meer voortdurend aan te staan.

Herfstrust

Langzaam wordt ons gesprek stiller. De diepte van onze verbinding is voelbaar, ook al kenden de meesten elkaar niet van te voren. Gezamenlijk over deze kwestie nadenken geeft een gevoel van opluchting en vertrouwen. In ons open en warm gesprek is veel onzekerheid weggevloeid.
Ofschoon we fysiek op afstand waren, voelden we allemaal heel dichtbij. Een weldadige herfstrust.

Afstand – waarom we voortdurend ‘aan staan’.
Getagd op: