Thingvellir
Thingvellir – juni 2014

Slechts een klein muurtje klauteren we over, langs een smal paadje en plotseling staan we er dan. De wind valt weg. Weg van de toeristendrukte kiezen we deze kleine doorgang. Mijn voeten zakken zachtjes in het mos van de lavastenen. Aan weerszijden hoge wanden van basalt. Links het eurazische plat, rechts het amerikaanse plat. De breukzone van het Mid-Atlantische Rif.
Wonderschoon en wonderlijk tegelijk hoe tijd en ruimte veranderen. Een diepe stilte, tijdloosheid en onbegrensdheid. Ik volg mijn voeten, die weten de weg. Het mos ruikt sterk. Dan lonkt een kleine vallei.

De kleine vallei

De kleine vallei Thingvellir
De kleine vallei

Tot hoever kan ik er binnengaan? Ondanks het mos zijn de stenen scherp. Basalt is hoekig. De muren lijken reusachtige gestalten, die op mij neerkijken. Behoedzaam klauter ik verder de kleine, vochtige vallei in.
Eensklaps voel ik de kriebels langs mijn wervelkolom. Dan zoek ik een droge steen om op te zitten. Met mijn ogen open droom ik.
Ik zie de wervelkolom en het brein. In het brein kan ik mij een kleine plek zien onder aan de basis, boven op de hersenstam. Hoe heet dat ook alweer? Het beeld is indringend, zodat het blijft maar hangen als ik even later weer rondkijk. Ik kan maar moeilijk teruggaan, omdat het hier zo eeuwig tijdloos voelt.
Hier ligt mij volgende onderzoek, besef ik. Het oudste deel van het brein. Het lijkt wel alsof ik in een bibliotheek ben geweest. Een hele oude bibliotheek van de mensheid, van het Leven, van de Natuur.

De reticulaire formatie

Wat heb ik gezien daar bij de hersenstam? De reticulaire formatie is het oudste deel van de hersenen. Het zijn zenuwcellen die in een netwerkvormige (reticulaire) ordening over de gehele lengte van de hersenstam liggen. De talloze zenuwcellen staan in verbinding met de grote en kleine hersenen. Deze netwerkstructuur speelt een grote rol bij de stimulering van ons bewustzijn, ons aandachtsniveau. Wat moet je je bij dit bewustzijn voorstellen? Damasio (1) noemt dit het ‘proto-self’. Dit bewustzijn is onbewust en verzorgt de homeostatische regulatie van het lichaam. Met het handhaven van het interne milieu om te kunnen overleven aan steeds wisselende omstandigheden. Heeft de reticulaire formatie een adaptieve functie bij behoud van leven en vitaliteit, vraag ik mij af.

Kop-staart

Terug in de kloof gonst het na in mijn hoofd, mijn achterhoofd gloeit. Net als mijn staartbeen. Kop-staart, grinnik ik. Net zoals je een baby, die geboren wordt vastpakt: kop-staart. Dat je maar weet dat je die hebt en dat je nu op de Aarde verder gaat. ‘Aan’zetten. Kop-staart, de verbindingspunten van het autonome zenuwstelsel.

Het autonome zenuwstelsel

Autonoom omdat de functies als bijvoorbeeld hartslag, adembeweging en de bewegingen van je darm volledig buiten het denken en bewustzijn plaatsvinden. Je kunt het wel waarnemen, maar je kunt het met je denken niet reguleren. Het autonome zenuwstelsel wordt van informatie voorzien door o.a de Nervus Vagus, de langste hersenzenuw die langs alle organen, behalve de bijnieren, slingert en bij de reticulaire formatie van de hersenstam ontspringt. De Vagus informeert de hersenstam met afferente en efferente banen. Hersenstam en Vagus reguleren samen de organen zodanig, dat het lichaam in rust kan komen. De Vagus heeft drie banen.

De vagale banen

De evolutie heeft er erg lang over gedaan om in de hersenstam drie vagale banen te laten ontstaan. Het evolutionair oudste deel is vooral werkzaam in de stuit, daarna ontstond een deel wat werkzaam is onder het middenrif. Weer later ontstond et jongste deel dat werkzaam is boven het middenrif. Elke baan heeft zijn eigen respons en adaptatie op een levensbedreigende situatie. Het oudste deel geeft een freeze respons, het middelste deel een flifht/fight respons en het jongste deel moduleert en harmoniseert naar rust en kalmte.

Adaptieve functie bij behoud van leven en vitaliteit.

Deze drie ingrediënten in wisselwerking spelen een rol bij de homeostase (behoud) en veiligheid voor het Leven.
Zo heeft de reticulaire formatie een adaptieve functie bij behoud van leven en vitaliteit.
Het bezoek aan de Bibliotheek in Thingvellir zoemt nog na in mijn denkramen. Ik voel mij duidelijk op een spoor gezet. Hoe gaat deze kennis mij helpen bij mijn onderzoek naar Vitaal SamenWerken?
En wat betekent het, dat ik de hersenstam zo zag ‘opgloeien’?

(1) A. Damasio, The feeling of what happens. Mariner Books, 2000.

Thingvellir – de adaptieve functie bij behoud van leven en vitaliteit.
Getagd op: